I love the smell of fermentation in the morning, schoot het door mijn hoofd toen ik vanmorgen nietsvermoedend aan een glas Hibiskus kombucha rook. Instant flashbacks naar mijn zoveelste wijnreis.
Meteen sloop die karakteristieke jokerlach weer op mijn gezicht, zoals altijd wanneer ik vers bedwelmd tussen de wijnvaten dwaalde tijdens het eerste kelderbezoek van de dag. Nu overdonderde het me.
Werkelijk, dit bruisende goed van kombuchabrouwerij Bouche doet duivels veel denken aan een mix van wijn en bier, die je toch met goed fatsoen bij je ontbijt kunt schenken omdat er zit geen alcohol in zit. Zeggen ze. Ik geloof het nog steeds niet.
Waarom begonnen al mijn dopaminebelletjes te rinkelen bij deze brave blend van jasmijnthee, oranje pekoe en hibiscus? Pure Pavlov. Getriggerd door de gisten en hopsoorten die de Berlijnse bio-brouwerij gebruikt voor hun kombucha. Net als bier en wijn dankt het zijn diepte in smaak aan fermentatie. Bij kombucha gaat dat met behulp van een zogenaamde SCOBY, een Symbiotic Colony of Bacteria and Yeasts - ook wel de ‘kwal’ genoemd, omdat zich tijdens het proces een celluloselaag vormt die lijkt op, nou ja, een kwal dus. Een dienstbare kwal wel, want die zorgt ervoor dat de ontstane alcohol weer omgezet wordt in azijnzuur. Zo krijg je dus een drank mét complexiteit, maar zónder procenten.
Het azijnzuur is wel de reden waarom ik er niet meteen een hele fles leegdrink, want naast de verrukkelijke aroma's van thee, gist en hop, zit die augurkenassociatie mij toch een beetje in de weg. De ene kombucha heeft dat meer dan de andere, en kan zelfs per batch verschillen. Zeker bij dit soort bio-kombucha’s, die wemelen van de weldadige bacteriën en waar soms nog wat lijkt op kwalpoepjes in drijven. Maar toch, dit maakt me een stuk gelukkiger dan zo’n kapot gede-alcoholiseerde flauwe alcoholvrije fabriekswijn. Dit leeft! Halleluja!
Pardon, dat was de Joker die sprak, na drie glazen is het spul me aardig naar het hoofd gestegen. Ik moet even liggen.
Burb.
Geen zorgen, geen spam. (2x per maand)