Ik kon altijd wel prima één biertje drinken en het daarbij laten. Twee biertjes ook geen probleem. Gewoon op een terras in het zonnetje, en dan naar huis zonder daar meteen, met de jas nog aan een derde uit de koelkast te trekken. Maar die keren dat mijn vrienden en ik precies dát plekje op het terras hadden veroverd waar de aankruipende schaduw als laatste arriveerde en het rook naar lente en verliefdheid, die keren dat er een ondeugende derde ronde werd besteld terwijl we eigenlijk naar huis moesten om te eten - die keren was er geen houden aan. Dan volgde een vierde, een vijfde, een zesde. Zulke avonden draaide ik op een onstilbare, allesoverheersende Dorst naar meer. Met elk glas werd het gezelliger, de gesprekken intenser en vriendschappen dieper. Als de tent sloot, liep ik voorop in de stoet richting de volgende. En als alle tenten op waren, door naar iemands huis, desnoods dat van de barman.
Niet omdat er thuis niks te drinken was. De dozen wijn staan bij mij tegen de wanden opgestapeld. Ik heb jaren geleden van mijn hobby mijn werk weten te maken: ik schrijf over wijn. Voor tal van magazines, een wijngids en een serieuze krant. Op hoogtijdagen staan er in de keuken honderden flessen te wachten om geproefd te worden. Zo kwam het regelmatig voor dat ik om 9 uur ’s ochtends de eerste wijn ontkurkte en veertig wijnen later de laptop dichtklapte om een biertje te nemen - zoals veel mensen dat doen ter afsluiting van de werkdag.
Mijn leven was met de jaren doortrokken geraakt van alcohol. En hoewel ik in mijn vrijetijd niet dagelijks dronk, dronk ik toch regelmatig te veel. Soms een glas, soms een fles te veel. Op borrels met ouders van school, met vrienden in de kroeg, na proeverijen die overgingen in dinertjes - de gelegenheden om te drinken waren legio en maat houden is nooit mijn sterkste kant geweest. De katers werden erger en de gaten in mijn herinnering groter. Jawel, ik maakte me er soms zorgen over, maar tegelijkertijd zag ik iedereen om me heen hetzelfde doen. Vrienden, vakgenoten, we lachten het weg en schonken nog eens in.
Totdat ik eind 2019 ernstig ziek werd. Na de operatie snakten mijn lijf en brein naar een complete detox. Tel daar een paar lockdowns bij op, en voor ik het wist had ik een heel jaar niets gedronken. Geen slok. En het beviel. Zo goed zelfs, dat ik eenmaal beter, uitstelgedrag vertoonde bij het oppakken van mijn oude drinkpatroon. Ik ging wel met veel plezier weer aan het werk, maar in het café sloeg ik tot mijn eigen verbazing alle biertjes af en thuis trok ik alleen een mooie wijn open als ik wist dat ik ‘m met volledige toewijding kon proeven. Ik kon gelukkig worden van een mooi glas, maar zelfs dat kreeg ik maar met moeite leeg. De Dorst naar alcohol was verdwenen.
Lang heb ik gedacht dat hij wel terug zou komen, maar inmiddels zijn er drie jaar verstreken. Waar kwam die Dorst vandaan, en waarom laat hij zich niet meer zien? Ik bel detoxcoach Jacqueline van Lieshout, bekend van boeken als Wat wil je drinken? en natuurlijk Ontwijnen waarmee ze in 2018 als eerste Nederlandse ‘sober coach’ bekendheid verwierf. Jacqueline: “Een life changing event kan zorgen voor een reset. Bewust of onbewust is er een moment geweest dat jouw lichaam en geest er klaar mee waren. Zo’n sterke intrinsieke motivatie heb je ook wel nodig om af te komen van een afhankelijkheid van een harddrug als alcohol.” Dat zijn meteen stevige uitspraken. Jacqueline: “Ja, maar dat is wat alcohol is. En dat het zo ontzettend moeilijk is om ermee te stoppen, komt doordat je alleen nog maar met behulp van die drug grote hoeveelheden dopamine aanmaakt. Dat opgewonden gevoel voordat je gaat drinken, die orgastische sensatie tijdens de eerste drankjes? Dopamine. Dus als jij je niet kunt voorstellen dat je - een maand, een week, een dag - blij kunt zijn zonder te drinken, of als je denkt dat je zonder wijn of bier niet volledig kunt genieten van een vakantie, weekend, of lunch – dan komt dat door je verslaving aan alcohol als katalysator van de aanmaak van dopamine. Het zit dus niet alleen tussen de oren, het heeft een bio-chemische oorzaak.”
Dit is voor mij een eyeopener. In het jaar dat ik gestopt was met drinken, ben ik fanatiek gaan surfen en haalde ik mijn kicks door een goede golf te pakken. Dat, en elke dag een cornetto. Maar dopamine dus! En waar ik me vroeger inderdaad geen gezellig weekendje kon voorstellen zonder drank, zie ik nu soms op tegen een avond lang toekijken hoe mijn vrienden nóg een fles bestellen, en nog een (en nog een). Niet omdat ik mee wil doen, maar omdat het gewoon zo saai is. Ik voel me soms net weer een kind dat van tafel wil om te gaan spelen. Jacqueline: “Juist. Een kind mist ook de alcohol niet op een feestje. Ik zeg zelf wel eens dat ik weer teruggezet ben naar fabrieksinstellingen. Je gaat terug naar wie je echt bent. Mensen denken dat het niet-drinken nog steeds een issue voor mij persoonlijk is, maar ik ben er gewoon niet meer mee bezig. Ik schenk visite ook met liefde een glas wijn in. Soms wordt men dan juist ongemakkelijk van mijn gemak. Niet-drinken geeft je een machtspositie, en mensen voelen dat. Daartegenover staat het gevoel van machteloosheid als je dronken of aangeschoten bent en jezelf niet meer helemaal in de hand hebt.”
Ik herken dat gevoel dat je niet honderd procent op jezelf durft te vertrouwen. Het maakte me onzeker als ik na een avondje uit niet scherp had wat er gezegd was, of waar ik mijn zonnebril/fiets/sleutels had gelaten. Laatst ging ik volledig onderuit op een feestje bij iemand thuis. Ik had geen alcohol gedronken en struikelde gewoon klunzig, en terwijl ik daar lag met alle ogen op me, realiseerde ik me hoe ik me niet voelde: beschaamd en onzeker. Nu kon er hard om lachen, zonder gêne. Ook de dag erna.
Het enige dat ik wél echt begon te missen, was iets lekkers om te drinken. Ik ben natuurlijk verwend als wijnjournalist, en na drie frisjes en een liter water snak ik naar iets met complexiteit en een bite. Tegelijkertijd weet ik dat ik me beter voel als ik niet drink, zowel lichamelijk als geestelijk. Daarom kies ik op momenten voor een goed bier of mooie wijn als ik de smaak ervan de alcohol waard vind. Ik sluit me daarbij aan bij een groeiende groep ‘mindful drinkers’, een term waar je jeuk van kunt krijgen, maar die voor mij heel goed het verschil aangeeft met mindless drinken. Ik drink nooit meer omdat anderen drinken, de vijf in de klok zit, of om maar niet ‘ongezellig’ te zijn. Voelt goed, vind ik zelf.
Jacqueline van Lieshout is minder enthousiast. “Ik heb al ontelbaar keer de vraag gehad ‘maar wat moet ik dan drinken op feestjes?!’ Het is aan jou, maar je speelt met vuur. Stoppen is stoppen, drinken is drinken. 98 procent van drinkers proberen de minderen, vervalt vroeg of laat weer in het oude drinkpatroon. Je houdt jezelf gewoon voor de gek. En wat gezondheidsrisico’s betreft is er geen ondergrens. Een gezonde manier om alcohol te drinken bestaat niet.”
Confronterend, maar Jacqueline kent alle smoesjes die we bedenken om ons drinken te rechtvaardigen; zelf was ze nota bene jaren detoxcoach op het gebied van voeding, terwijl ze haar eigen stevige drinken niet als een probleem zag. “Het duurde lang voor ik daar de absurditeit van inzag. Ik praatte het goed, vooral tegenover mezelf. En het hielp dat de rest van de wereld het met me eens was. ‘Het hoort er gewoon bij’, ‘het is gezellig’, ‘pluk de dag’ en al dat andere romantische gelul.”
En het is niet overdreven: de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceerde eind vorig jaar een statement waarin alcohol als een grote, lang onderschatte bedreiging voor de gezondheid wordt genoemd en waarin beperkende maatregelen worden aangekondigd. Voor mij allemaal een aanmoediging om op zoek te gaan naar nog meer alternatieven voor wat lekkers in het glas, maar dan zonder de booze. Ik weet dat er genoeg mensen in mijn omgeving zijn die ook best zouden willen minderen of stoppen.
Hoe ‘erg’ moet het eigenlijk zijn, om je door Jacqueline te laten coachen? “Je hoeft niet met een halve liter bij de bushalte te zitten, om je relatie met alcohol te willen verbeteren. Ik help veel ‘grijzegebied’drinkers, mensen die zelf op een punt zijn aangekomen dat ze actie willen ondernemen. Meest gehoorde opmerking van cliënten? ‘Alles wat ik zocht in een fles wijn, vond ik pas toen ik ermee stopte.’”
Eerder verschenen in Flow Magazine 2023